Tools

 

Tools

Info

Klik hier om naar de libre pagina te gaan.

Speluitleg

Het libre biljart is de meest gespeelde spelvorm binnen de klassiek spelsoorten. Het is een spelvorm van het carambolebiljarten. Deze spelsoort heeft echt alle facetten van elke andere biljartsoort in zich. Het is dan ook aan te raden deze spelsoort eerst goed te leren spelen alvorens over te kunnen gaan op een andere spelvorm. Biljarttafel maat voor het libre biljart: 2,10 X 1,15 of 2,84 X 1,42. Men gebruikt 3 biljart ballen. Twee witte biljart ballen, voor iedere speler één en 1 rode biljart bal. Een witte biljart bal wordt soms vervangen door een gele biljart bal.

De bedoeling van libre biljart is om met de speelbal beide andere ballen te raken in één stootbeurt, binnen de geldende regels. Gebeurt dit dan is dat een carambole. De speler mag vervolgens nog een poging wagen. Indien een speler mist is de tegenstander aan de beurt. Gespeeld wordt tot één van de spelers het aantal voor hem vastgestelde caramboles heeft gemaakt. Is deze speler met de partij begonnen, dan krijgt de tegenstander nog één beurt om ook zijn aantal caramboles te maken. Wanneer de tegenstander hierin slaagt is de partij onbeslist en krijgen beide spelers 1 punt. Lukt dit niet of was de speler welke als eerste het aantal caramboles heeft gemaakt, niet met de partij begonnen, dan is hij winnaar.

Bij het libre mag men vrij, zonder beperkingen, zoveel caramboles maken als men kan over het ganse oppervlak van de tafel, uitgezonderd in de hoeken. Dit kan rechtstreeks van de tweede naar de derde bal gebeuren, of via één of meer banden. Het enige vereiste is dat de speelbal de twee andere ballen raakt. De hoeken worden afgebakend met een schuine streep waardoor er een driehoek ontstaat. Hierin mogen maar twee caramboles gemaakt worden zonder dat één van de aanspeelballen de driehoek verlaat. Ze mogen er wel echter terug inkomen.

Om zoveel mogelijk caramboles te kunnen maken, moet men trachten de ballen zo dicht mogelijk bij elkaar te houden (verzamelen), liefst in de buurt van de korte band. Voor beginnelingen wordt aangeraden verschillende verzamelstoten in te oefenen die meer ervaren spelen kunnen tonen en uitleggen, of die in verschillende boeken over carambolebiljart te vinden zijn.

Het verzamelen van de ballen is niet altijd mogelijk. Daarom is het belangrijk de ballen eerst zodanig te plaatsen, dat de volgende carambole gemakkelijk kan gemaakt worden, en dat het tevens mogelijk is een kleinere positie na te streven. De gevorderde spelers proberen zo via een reeks positieverkleiningen de ballen zodanig te krijgen dat de serie américaine kan gestart worden. Hierbij is het de bedoeling de drie ballen zodanig te plaatsen dat na elke carambole er weer een carambole kan gemaakt worden vanuit bijna dezelfde positie. De ballen worden steeds tegen een band in een driehoek gehouden en steeds verder langs de band voortbewogen. Het moet niet gezegd dat dit een intensieve en onderhouden training vergt.

Info

Klik hier om naar de bandstoten pagina te gaan.

Speluitleg

Bandstoten is ook een vorm van carambole biljarten. Het bandstoten wordt voornamelijk toegepast tijdens toernooien, het triatlon en het pentatlon. Hier gelden dezelfde regels en voorwaarden als bij het libre biljart. Er is echter één belangrijke uitzondering. Alvorens de speelbal de derde bal raakt en de carambole tot stand komt, moet deze eerst één of meerdere banden hebben geraakt. Is dit niet het geval, dan is de carambole niet geldig en is de tegenstander aan de beurt.

Info

Klik hier om naar de driebanden pagina te gaan.

Speluitleg

Naast het libre biljart is het driebanden enorm populair bij zeer vele spelers. Aan driebanden wordt ook in de media veel aandacht besteed. De regels zijn hetzelfde als bij het bandstoten, hier dient de speelbal echter minimaal 3 banden te hebben geraakt alvorens de carambole tot stand komt.
Het speelvlak wordt bij kader onderverdeeld in vakken en binnen elk vlak mogen er maar een beperkt aantal caramboles gemaakt worden (1,2 of vroeger 3) zonder dat één van beide aanspeelballen het vlak verlaat. Dit eerste kaderspel was een 12 à 15 cm driestootskader. Dit werd later een 21 cm driestootskader. Reeds in 1902/03 zijn er wereldkampioenschappen kader 45/2 georganiseerd. Tegenwoordig heb je op matchtafel kader 47/2, 47/1 en 71/2, op de kleine tafel wordt kader 38/2 en 57/2 gespeeld.Bij kader 47/2 en 47/1 (en 38/2 op de kleine tafel) heeft men negen vlakken, waarbij, voor de lagere categorieën, de beperkingen niet gelden in het middelste vlak. Bij kader 71/2 (en 57/2 op de kleine tafel) heeft men slechts 6 vlakken, hier gelden de beperkingen in elk vlak. De betere spelers verschuiven hun "serie americaine" naar de kaderlijnen toe. Daarom worden er, voor de hoogste categorieën, nog kleine kaders (ankers) toegevoegd waar de kaderlijnen aan de band komen. Deze vorm van kaderspel wordt dan ook ankerkader genoemd.


Pool

Info

Klik hier om naar de 9-Ball pagina te gaan.

Speluitleg

De ballen met de cijfers 1 t/m 9 worden in diamantvorm in de driehoek klaargelegd. De voorste bal moet de gele bal 1 zijn en wordt op de stip (voetsport) gelegd en de 9-ball in het midden. De rest maakt niet uit.

De speler die begint moet de witte stootbal vanachter de hoofdlijn op de Bal 1 van de klaargelegde ballen stoten (de zogenaamde breakstoot). Als er één of meerdere ballen met deze breakshot in gaan dan gaat deze speler door en moet als eerste de laagst genummerde bal raken, mist hij of zij of als er geen ballen met de breakshot ingaan dan is de tegenspeler aan de beurt. Gaat de 9-bal er met de break in dan heeft de speler direct gewonnen

De bedoeling van 9-ball is dat een speler die aan beurt is altijd de laagst genummerde bal raakt, als hij/zij deze pot dan moet hij het daaropvolgende nummer raken totdat hij/zij bij de 9-bal is. Wordt deze gepot dan is daarmee de winst binnen.

Het is ook mogelijk om combinaties te spelen. Zolang de speler altijd eerst de laagst genummerde bal raakt is de stoot geldig. Dus een speler kan de 1-bal raken en die vervolgens op de 9-bal stoten. Gaat de 9 in de pocket dan heeft deze speler direct gewonnen.

In tegenstelling tot bij 8-ball hoeft een speler niet van te voren aanwijzen in welke pocket hij/zij een bal wil gaan potten (callshot).

Indien een speler een foul maakt krijgt de tegenspeler ball-in-hand, dit wil zeggen dat de tegenspeler de stootbal overal op de tafel mag neerleggen om van daaruit zijn spel te hervatten. Fouls zijn onder andere wanneer de witte stootbal in de pocket verdwijnt, een bal aangeraakt wordt, als een bal uit de tafel gaat, als een andere bal dan de laagst genummerde bal als eerste geraakt wordt en als een speler helemaal geen bal weet te raken.

Info

Klik hier om naar de straight pool pagina te gaan.

Speluitleg

Men speelt Straight-pool met 16 ballen, 1 speelbal (de witte), en 15 gekleurde ballen, de nummers 1 tot en met 15. Doel van het spel is om zoveel mogelijk ballen te potten. Elke correct gepotte bal is 1 punt waard. Men speelt tot een vooraf afgesproken puntenaantal. Na de break dient een speler een willekeurige bal te potten, echter moet hij wel aangeven welke bal hij in welke pocket gaat spelen. Als dat lukt krijgt hij 1 punt.


Snooker

Info

Klik hier om naar de snooker pagina te gaan.

Speluitleg

Snooker is een biljart spelvorm wat zijn oorsprong in Engeland heeft. De snookertafel of snookerbiljart heeft voor Nederlandse biljartbegrippen ongekende afmetingen, namelijk 3,50 X 1,75 m. Een vergelijking: het grootste carambolebiljart meet 2,84 X 1,42 m. In de banden om de snooker tafel zijn zes gaten of pockets aangebracht. Doel van het spel is de ballen in die pockets te spelen met behulp van een witte speelbal. Het snooker maakt gebruik van 22 ballen. Eén witte die voor beide spelers de speelbal is. Vijftien rode met een waarde van 1 punt en 6 gekleurde ballen met waardes oplopend van 2 tot 7. De volgorde van het in de zakken spelen van de ballen is voorgeschreven. Eerst een rode bal, dan een gekleurde bal, dan een rode bal, dan een gekleurde bal enz…..

Wordt een rode bal in de pocket gespeeld dan blijft deze daar. Een gekleurde bal wordt steeds weer uit de pocket gehaald en opnieuw in het spel op haar vaste positie teruggebracht. Wanneer alle rode ballen in de pockets zijn gespeeld gaat men over tot de gekleurde ballen. De volgorde hierbij is van licht gekleurd naar donker gekleurd (geel 2 pnt, groen 3pnt, bruin 4pnt, blauw 5 pnt, roze 6 pnt en zwart 7 pnt). Ook de gekleurde ballen blijven nu in de pockets. Zodra de laatste (zwarte) bal in de pocket is gespeeld of een speler is qua punten niet meer in te halen is de partij ten einde. De winnaar is de speler met de meeste aantal punten.



Start vandaag nog met CueStation
Sluit u aan bij CueStation
Registreer

Doneer aan CueStation

Geef een donatie aan CueStation

Help mee met CueStation

Meehelpen? Dat kan altijd. Klik hier
Logo © 2024-2025 CueStation v24.02.01.1.1.1
Help Info